Lijmbanden
Uit de overwinterende poppen in het afgevallen blad, komt in het voorjaar de eerste generatie motten tevoorschijn. De eerste generatie motten wordt gevormd door overwinterde poppen van de laatste generatie van de voorgaand levenscyclus en een gedeelte van overwinterde poppen uit die eerste en tweede generatie. Alle drie de generaties dragen dus bij aan de schadedruk op de paardekastanjes in het daarop volgende jaar.
Als de poppen uitkomen terwijl de weersomstandigheden ongunstig zijn (relatief koud en vochtig weer), dan kruipen de vrouwelijke dieren bij voorkeur via de stam omhoog. Ook door uitputting ontstaan tijdens de paring, geven de vrouwelijke dieren er de voorkeur aan om via de stam verder omhoog te kruipen. De paring vindt laag aan de stam plaats. De vrouwelijke dieren zijn minder vliegvlug dan de mannelijke dieren.
Een simpele afweer van vooral vrouwelijke dieren zijn lijmbanden. De lijmbanden worden aan de stam bevestigd en vangen de omhoog kruipende vrouwelijke dieren weg.
Deze maatregel wordt sinds enige tijd ook door de Duitse Biologische Bundesanstalt in Braunsweig aanbevolen.
Bevestiging
De 5 meter lange lijmband is transparant en daarmee relatief onopvallend. De band lokt de dieren niet aan en heeft een begin breedte van 6 tot 7 cm. Door het uiteenvouwen van de band ontstaat een 12 tot 14 cm brede lijmband. Pas op de band kleeft sterk. Gebruik bij het bevestigen en het uitvouwen handschoenen.
De band wordt op een geschikte hoogte 1,5 tot 2 meter (in openbare gebieden 2,5 tot 3 meter) om de stam gewikkeld. Afhankelijk van de dikte van de stam wordt de band op maat afgesneden. Een optimaal effect wordt bereikt indien twee lijmbanden vlak boven elkaar worden bevestigd. Hiermee wordt voorkomen dat de motten over de banden heen springen. Het tussen de ruwe schorsplaten en onder de banden door kruipen wordt hiermee zo goed mogelijk tegen gegaan.
Tijdstip van aanbrengen
De Paardekastanjemineermot komt omstreeks half april uit de poppen tevoorschijn. Afhankelijk van de weersomstandigheden is dit eerder of later. De lijmbanden moeten worden aangebracht zodra de motten uit de poppen kruipen. De banden blijven vervolgens tot half mei in de boom hangen. Na het verwijderen van de banden kunnen deze met het huisvuil worden meegegeven. Voor het bepalen van het juiste tijdstip is een deltaval een handig en nuttig hulpmiddel. Zodra de eerste motten in de val kleven, is het tijd om de lijmbanden te bevestigen.
Toepassing bij de tweede en derde generatie motten heeft geen noemenswaardig effect omdat de vrouwelijke dieren al in de kroon aanwezig zijn.
Het aanbrengen van een lijmband.
De 5 meter lange lijmband is transparant en daarmee relatief onopvallend. De band lokt de dieren niet aan en heeft een begin breedte van 6 tot 7 cm. Door het uiteenvouwen van de band ontstaat een 12 tot 14 cm brede lijmband. Pas op de band kleeft sterk. Gebruik bij het bevestigen en het uitvouwen handschoenen.
Bevestiging
De band wordt op een geschikte hoogte 1,5 tot 2 meter (in openbare gebieden 2,5 tot 3 meter) om de stam aangebracht;
- Eerst knipt u de lijmband op lengte af. De juiste lengte verkrijgt u door de band nog dicht gevouwen om de stam te spannen en vervolgens 15 cm extra lengte te rekenen;
- Vervolgens fixeert u de band met het bijgeleverde ijzerdraad om de boom. Zorg er hierbij voor dat het ijzerdraad midden op de band ligt. Na fixatie is de band nog voorzichtig te verschuiven.. Soms is een punaise handig om de band even op hoogte te houden.
- Daarna vouwt u de band voorzichtig open, trek de beide niet plakkende delen uit elkaar.
- De klevende zijde dient hierbij naar buiten gericht te zijn.
Een optimaal effect wordt bereikt indien twee lijmbanden vlak boven elkaar worden bevestigd. Hiermee wordt voorkomen dat de motten over de banden heen springen. Het tussen de ruwe schorsplaten en onder de banden door kruipen wordt hiermee zo goed mogelijk tegen gegaan.
Bij bomen met meerdere stammen rondom elke stam een lijmband aanbrengen.
Tijdstip van aanbrengen
De Paardekastanjemineermot komt omstreeks half april uit de poppen tevoorschijn. Afhankelijk van de weersomstandigheden is dit eerder of later. De lijmbanden moeten worden aangebracht zodra de motten uit de poppen kruipen. De banden blijven vervolgens tot half mei in de boom hangen. Na het verwijderen van de banden kunnen deze met het huisvuil worden meegegeven. Voor het bepalen van het juiste tijdstip is een deltaval een handig en nuttig hulpmiddel. Zodra de eerste motten in de val kleven, is het tijd om de lijmbanden te bevestigen.
Toepassing bij de tweede en derde generatie motten heeft geen effect omdat de vrouwelijke dieren in de kroon aanwezig zijn en de verpopping in de kroon plaatsvindt.
Tip:
door een feromooncapsule in kleine stukjes te knippen en deze verspreid op de band te plakken verkrijgt u een extra val voor mannelijke dieren.
Wilt u deze informatie ook in pdf kunnen lezen download hieronder de bestanden.