Trechterval Camlock
Populatiecontrole van de paardekastanjemineermot
Beschrijving
De val bestaat uit een witte, enigszins, transparante container met daar bovenop een groene trechter met groen dak. De feromooncapsule plaatst u op een houder onder in de witte container. De mannelijke motten worden door de specifieke sekslokstof uit de boomkroon naar de val gelokt. Bij de val aangekomen worden de mannelijke dieren in de val gelokt. De val is gevuld met een vangvloeistof.
De rondom het feromoon vliegende dieren vallen na verloop van tijd door uitputting in de vloeistof en verdrinken. De trechterval kan duizenden mannelijke motten vangen. De feromooncapsule is 7 TOT 8 WEKEN werkzaam afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij warm weer korter, bij koel weer langer. Ongeopend en koel opgeslagen is de capsule 2 jaar te bewaren.
Het toepassingsmoment
De eerste generatie van de mineermot is vanaf de tweede helft van april aanwezig; ongeveer gelijktijdig met wanneer de bomen bloeien en vervolgens met intervallen van 1 tot 3 maanden. Per jaar komen in Nederland 2 tot 3 generaties motten tot ontwikkeling. De vallen moeten vanaf half april in de bomen worden opgehangen. Als er water als vangvloeistof wordt toegepast, moet de val elke 2 tot 4 weken worden gecontroleerd om te zien of er nog voldoende vangvloeistof aanwezig is en of de dode insecten niet beginnen te rotten. Wordt de speciale vangvloeistof van een water/citrusolie emulsie toegepast, dan controleert u elke 7 tot 8 weken. Dit biologische middel bezit een conserverende werking en verdampt minder snel. De controle valt dan samen met de feromooncapsule vervangen.
Toepassingsgebied
De feromoonvallen zijn ontworpen om: het begin van de eerste generatie motten vast te stellen, de populatiedichtheden te monitoren, de aantallen generaties motten per jaar vast te stellen en de veranderingen in het seizoen te registreren. De monitoring maakt het mogelijk om maatregelen op het juiste tijdstip toe te passen en de effectiviteit van de afzonderlijke maatregelen te controleren. Dit gaat om de volgende maatregelen:
- De gevallen bladeren verwijderen;
- Lijmringen aanbrengen;
- Toepassen van stam- en bladbespuitingen met biologische en/of chemische middelen, voor zover toegestaan;
- Ondanks het feit dat mogelijk op dit moment nog geen zichtbare tekenen van een verzwakking aanwezig zijn, mag u aannemen, dat bij een ernstige aantasting gedurende meerdere jaren de conditie van de boom achteruit gaat. Vooral de weerstand tegen secundaire aantastingen zoals schimmels, neemt af. Bomen in het stedelijke gebied zijn toch al aan veel stressfactoren blootgesteld, waardoor de aantasting door de paardekastanje-mineermot soms net teveel is.
Wij bevelen daarom aan om alle maatregelen te nemen, die de schadedruk door dit insect verlagen. De boom behoudt door deze maatregelen zo lang mogelijk zijn groene blad.
Trechterval CamLock
Voorbereiden van de val
1. De val wordt voorgemonteerd geleverd. Dit betekent dat het dak op de groene trechter is geplaatst, en onder aan de trechter is een ijzerdraadje bevestigd.
2. De feromooncapsule moet uit de folieverpakking worden gehaald. Een klein stukje (maximaal 20%) moet met een schaar worden afgeknipt en wordt in het korfje gelegd wat zich in de deksel bevindt. Daarna het korfje sluiten met het witte dekseltje (los meegeleverd). Het resterende en grootste deel wordt op het ijzerdraadje gedrukt.
3. De container wordt tot aan de bovenzijde van de vier nokken gevuld met vangvloeistof. Dit is ongeveer 0.3 liter vloeistof. Als vangvloeistof wordt een citrusoliemengsel toegepast. Eventueel kan gewoon leidingwater met enkele druppels afwasmiddel als een alternatieve vloeistof worden gebruikt. De afstand tussen de vloeisof en de capsule bedraagt minimaal 2 centimeter.
4. De trechter met deksel en vangkorfje wordt op de container geplaatst en met een kwart slag naar rechts vastgezet (bajonetsluiting). Let op dat de deksel goed vast zit. Voor het ophangen van de val goed controleren of de bajonetsluiting op alle vier de punten goed vast zit.
5. Tenslotte het groene touwtje in de ogen bovenop de trechter bevestigen.
Ophangen
De trechterval wordt met behulp van een draad of touw in de kroon van de boom opgehangen. Een hoogte van 1,5 tot 2 meter is meer dan voldoende. Aanbevolen wordt een hoogte van 3 tot 5 meter. Hiermee wordt vandalisme voorkomen. De val wordt opgehangen aan de binnenzijde van de kroon 3 tot 5 meter hoog, in de buurt van de stam. Binnen de kroon moet de ‘wolk’ feromoon zo groot mogelijk blijven. Bij het toepassen van meerdere vallen bedraagt de onderlinge afstand 4 tot 6 meter.
Het op hangen wordt gemakkelijk, indien de speciale ophangstok met ophangbeugels wordt gebruikt. De vallen kunnen hierdoor binnen 15 tot 20 seconden tot 4,5 meter hoogte worden opgehangen.
Wanneer toe te passen
De eerste generatie van de mineermot is vanaf de tweede helft van april aanwezig, ongeveer gelijktijdig met de bloei van de bomen en vervolgens met intervallen van 1 tot 3 maanden. Per jaar komen in Nederland 2 tot 3 generaties motten tot ontwikkeling. De vallen moeten vanaf half april in de bomen worden opgehangen. Als er water als vangvloeistof wordt toegepast moet de val elke 2 tot 4 weken worden gecontroleerd. Gecontroleerd wordt of er nog voldoende vangvloeistof aanwezig is en of de dode insecten niet beginnen te rotten. Als de speciale vangvloeistof, bestaande uit een water/citrusolie emulsie, wordt toegepast, vindt elke 7 tot 8 weken een controle plaats. Dit biologische middel bezit een conserverende werking en verdampt minder snel. De controle vindt dan gelijktijdig plaats met het vervangen van de feromooncapsule.
Aantal toe te passen vallen
Om de optimale populatiecontrole van de Paardekastanjemineermot te verkrijgen is het aantal vallen per boom afhankelijk van het aantal aan te treffen dieren. Het aantal dieren staat in relatie met de grootte van de boom.
Stamomvang | Aantal vallen |
tot 20 cm | 1 deltaval |
20 tot 50 cm | 1 - 2 |
50 tot 100 cm | 2 |
100 tot 200 cm | 2 - 3 |
Grofweg worden de volgende aantallen per boom toegepast.
Ondanks het feit dat op dit moment nog geen zichtbare tekenen van een verzwakking aanwezig zijn kan worden aangenomen dat bij een ernstige aantasting gedurende meerdere jaren de conditie van de boom negatief wordt beïnvloed. Vooral de weerstand tegen secundaire aantastingen zoals schimmels, zal afnemen. Voor bomen in het stedelijke gebied die toch al veel stressfactoren ondervinden, kan de aantasting door de Paardekastanjemineermot net teveel zijn.
Het is daarom aan te bevelen om alle maatregelen te nemen die de infectiedruk door dit insect verlagen. De boom kan door het nemen van deze maatregelen zo lang mogelijk zijn groene blad behouden.
De trechterval is ten opzichte van de deltaval vooral bij het bepalen van grote en absolute aantallen motten beter geschikt en heeft duidelijk minder kosten in onderhoud.
Download hier de bestanden in PDF
Trechterval CamLock 2011.pdf
Gebruiksaanwijzing Trechterval CamLock 2011.pdf